Je moet er niet aan denken: je hebt een partner en kinderen die van jou afhankelijk zijn en dan overlijd je. Hoe moet je gezin het dan financieel redden? Voor je partner is er een partnerpensioen. Maar je kinderen blijven ook gewoon geld kosten. Gelukkig is er voor hen het wezenpensioen.
Wanneer hebben je kinderen recht op wezenpensioen?
Je kinderen hebben alleen recht op wezenpensioen als dat in jouw pensioenregeling is geregeld. Dat kan op twee manieren: op basis van opbouw en op risicobasis. Als je wezenpensioen opbouwt, hebben je kinderen er ook nog recht op als je overlijdt nadat je uit dienst bent gegaan. Bijvoorbeeld om ergens anders te gaan werken. Heb je een wezenpensioen op risicobasis, dan vervallen alle rechten op het moment dat je uit dienst gaat. Dan moet je opnieuw beginnen met opbouwen of weer een wezenpensioen op risicobasis verzekeren bij je nieuwe werkgever.
Partners krijgen partnerpensioen uitgekeerd tot hun overlijden. Voor kinderen geldt dat niet. Tot welke leeftijd kinderen recht hebben op wezenpensioen, verschilt per pensioenregeling. Daarbij kan het ook van belang zijn of het kind nog studeert of naar school gaat: in dat geval wordt soms langer uitgekeerd.
Hoe hoog is het wezenpensioen?
Hoeveel wezenpensioen uitgekeerd wordt, staat vast in de pensioenregeling. Vaak is het 14% van het te bereiken ouderdomspensioen, ofwel 20% van het partnerpensioen. Daarbij is het partnerpensioen 70% van het te bereiken ouderdomspensioen.
Is dat alles?
Als je partner niet werkte, krijgen de kinderen ook geen wezenpensioen. Gelukkig is er wettelijk ook iets geregeld: de ANW (Algemene Nabestaanden Wet). Als je weinig inkomen hebt, kun je hier aanspraak op maken. Ook als kinderen beide ouders hebben verloren, kunnen ze hier een beroep op doen. Zie voor meer informatie over deze wet: http://www.svb.nl/int/nl/anw/.