Lijfrente: een uitkering voor later

Wat is een lijfrente?

Volgens Van Dale is een lijfrente een levenslange periodieke uitkering die als vorm van een levensverzekering wordt verkregen. Dat is een bondige definitie, maar om echt te begrijpen wat een lijfrente inhoudt, is het handig meer te weten. Lijfrentes kunnen namelijk in verschillende varianten voorkomen.

Een lijfrente komt vaak voor als pensioenvoorziening in de derde pijler van ons pensioenstelsel. In die hoedanigheid kent de lijfrente twee fases: de opbouwfase en de uitkeringsfase.

De opbouwfase

In de opbouwfase stort je premies op een speciale lijfrenterekening. Dit kan een verzekeringsproduct zijn, maar ook een bankspaarrekening. Als je gebruik wilt maken van fiscale regelingen waarbij je geen vermogensrendementsheffing betaalt en de inleg van de inkomstenbelasting kunt aftrekken, dan zal dit een geblokkeerde rekening zijn. Je kunt niet zomaar geld van de rekening opnemen. Fiscaal vriendelijk opbouwen kan alleen als je jaarruimte of reserveringsruimte hebt. Je kunt regelmatig, bijvoorbeeld maandelijks of jaarlijks, premies storten. Ook kun je een bedrag in een keer storten: de zogenaamde koopsom. Dit bedrag groeit in de opbouwfase verder aan door rente of beleggingsopbrengsten.

De uitkeringsfase

Na de opbouwfase volgt de uitkeringsfase. Je hebt een kapitaal verzameld en daarvan koop je de lijfrenteuitkeringen. Je krijgt voortaan periodiek een bedrag op je rekening gestort. Laat je dit door een bank doen, dan bepaal je vooraf de looptijd waarin dit gebeurt. Doe je het via een verzekeraar dan kun je de uitkeringen levenslang laten doorlopen. Heb je eerder de premies van de belasting afgetrokken, dan moet je nu belasting betalen over de uitkeringen.

Een lijfrente op meerdere levens

Als je je lijfrente afsluit via een bankspaarproduct, komt het resterende saldo bij je overlijden automatisch beschikbaar voor je erfgenamen. Zij moeten daarmee een nabestaandenuitkering kopen. Heb je een lijfrenteverzekering en overlijdt je tijdens de uitkeringsfase, dan moet je zelf iets regelen. Je kunt bijvoorbeeld een lijfrente nemen op twee levens: dat van jou en dat van je partner. Jullie krijgen dan uitkeringen tot ook de langstlevende is overleden. Een andere mogelijkheid is een contraverzekering: bij je overlijden krijgen je erfgenamen een vooraf afgesproken bedrag in eens.

Wel of geen lijfrente afsluiten?

Het klinkt voordelig om nu de premies van de belasting af te trekken en pas later belasting te betalen. Dat kan echter ook duur uitvallen. Als je bijvoorbeeld weinig verdient en daardoor in een laag belastingtarief valt, dan krijg je niet veel terug. Heb je eerder al een behoorlijk pensioen opgebouwd, dan kan dat in combinatie met je lijfrente en de AOW zo hoog uitvallen dat je later meer inkomstenbelasting betaalt. In dat geval had je de belasting beter eerder kunnen betalen.

Wat ook kan gebeuren, is dat de overheid de fiscale regels aanpast. Zo is er al eens sprake van geweest om mensen met een hoog aanvullend pensioen mee te laten betalen aan de AOW. Als je door de lijfrenteuitkering tot de gelukkige ontvangers van een hoog pensioen gaat behoren, dan betaal je ook weer meer belasting dan je vooraf misschien had verwacht.

Een derde punt dat invloed heeft op het voordeel van een lijfrente, is de hoogte van de rente die je krijgt. Als het geld eenmaal gestort is, krijg je het niet meer terug. Banken kunnen daar misbruik van maken door je een lagere rente te geven dan op andere spaarrekeningen gebruikelijk is.

Daar komt nog eens bij je tegenwoordig kosten moet betalen voor het afsluiten van zo’n rekening, terwijl gewone spaarrekeningen gratis zijn. Het kan dus gunstiger zijn je spaargeld gewoon op een spaarrekening te zetten of er eventueel zelf mee te (laten) beleggen. Laat je dus goed voorlichten voor je een lijfrenteverzekering of lijfrenterekening afsluit.